Bouwforum Leonardo da Vinci looft de Leonardo da Vinci Afstudeerprijs uit voor de beste universitaire masterscriptie. Met de Afstudeerprijs wil het Bouwforum de aandacht vestigen op bouw- & vastgoed gerelateerde vraagstukken, daarmee studenten uitdagen en een podium creëren voor excellente studenten.
De Afstudeerprijs is verder een uitgelezen mogelijkheid om talent op dit gebied te ontdekken en nieuwe ideeën op te doen. Ook wil het Bouwforum als netwerkorganisatie middels deze Afstudeerprijs haar maatschappelijke betrokkenheid uitdragen.
De jury van de Afstudeerprijs bestaat uit zowel wetenschappers als ook professionals uit de bouwpraktijk, Cees Kleinman, Hans Cauberg, Paul Smeets en Maarten Engelman, allen lid of oud-lid van Bouwforum Leonardo da Vinci. De jury toets de scriptie-inzendingen aan een viertal criteria: vernieuwend, academisch, consistent en maatschappelijk relevant.
“De wijze waarop Stijn Kuipers in zijn studie getiteld ‘metropolitaan plattelandschap’ het spanningsveld tussen landelijk gebied en stad beschrijft, modeloplossingen op een hoog abstractieniveau aandraagt en in case studies laat zien tot welke resultaten dit kan leiden heeft op de jury grote indruk gemaakt”, onderbouwt de voorzitter van de jury prof. Cees Kleinman de uiteindelijke keuze. “Een verrassend vernieuwende studie op een hoog academisch niveau met zeer maatschappelijke relevantie. Een terechte winnaar.”
In Metropolitaan plattelandschap beschrijft Stijn Kuipers een agenda met kansrijke concepten die de landschappelijke kwaliteit versterken en inspelen op lokale opgaven zoals de themaboer, de waterhouderij met wellness, het geniale buurtschap, woonzorglandgoed, golfwonen, de agrohub en het coöperatienetwerk. Stijn heeft zijn scriptie gepresenteerd tijdens de maandelijkse bijeenkomst van het Bouwforum. Na overhandiging van de Afstudeerprijs 2014 met de daar bijbehorende waardecheque van 2.000 euro, is de scriptie aangeboden aan de aanwezige gedeputeerde Patrick van den Broeck. Van den Broeck in een reactie: “Liefst 70% van het buitengebied wordt momenteel met veel toewijding beheert door agrarische bedrijven. Frisse ideeën voor alternatieve economische dragers voor dit beheer, waarvoor deze studie zeer interessante aanknopingspunten biedt, zijn meer dan welkom.”